Wat is hiv-aids?
Het HIV-virus is een seksueel overdraagbare aandoening dat aids veroorzaakt. HIV staat voor human immunodeficiency virus.
De witte bloedcellen, die in de botten worden aangemaakt, vormen een belangrijk onderdeel van het afweersysteem van het lichaam (= immuunsysteem). Als een virus, een bacterie, … het lichaam binnendringt, proberen de witte bloedcellen de indringer te vernietigen.
Aids (acquired immune deficiency syndrome) wordt veroorzaakt door een infectie met het HIV-virus. Het HIV-virus hecht zich aan het oppervlak van bepaalde witte bloedcellen (T-cellen). Hierdoor kunnen deze witte bloedcellen zich niet meer voortplanten. Hoe meer gezonde witte bloedcellen met HIV worden geïnfecteerd, hoe meer de werking van het immuunsysteem verminderd. Hierdoor zijn de witte bloedcellen niet meer in staat nieuwe infecties te bestrijden. Het gevolg kan zijn dat ernstige ziekten vrij spel krijgen. Bovendien zijn er veel ziekten waarvoor HIV-besmette mensen meer vatbaar zijn dan mensen met een gezond immuunsysteem.
Als HIV niet behandeld wordt, evolueert de ziekte verder. Op een bepaald moment zal de weerstand zo zwak zijn dat het lichaam zich nog moeilijk kan verdedigen tegen infecties en kom je in het aids-stadium terecht.
Wanneer je geïnfecteerd bent met het HIV-virus maakt het lichaam antistoffen aan om je tegen de aandoening te beschermen. Wanneer je dan een HIV-test (minimaal zes weken na besmetting) doet bij de arts zal je positief testen. Je bent dan seropositief.
De infectie met het HIV-virus ervaart elke persoon op een andere manier. Meestal gaat het gepaard met de symptomen van een stevige griep (nachtzweten, koorts, moeheid, diarree, spierpijnen, opgezwollen lymfeklieren). Sommige personen merken hier echter niets van. Deze acute infectie wordt seroconversie genoemd. In deze periode is HIV het meest besmettelijk. Meestal verdwijnen de symptomen na enkele weken, sommigen hebben ernstigere problemen. Soms is een ziekenhuisopname nodig. Na deze seroconversie duurt het een hele tijd voor andere ziektesymptomen optreden. Als je seropositief bent, hoef je dus niet ziek te zijn.
Wanneer het aantal T-cellen in het bloed tot een gevaarlijk laag niveau is gedaald, heb je aids. Bij aids is de weerstand van je lichaam te zwak om zich nog goed te kunnen verdedigen tegen infecties. Zonder behandeling (met HIV-remmers) duurt het gemiddeld 10 jaar voor iemand met HIV in het aidsstadium terecht komt. Deze periode verschilt van persoon tot persoon.
Lees meer
Lees minder
Welke zijn de oorzaken?
HIV kan worden overgedragen:
- door onbeschermd seksueel contact. Het is belangrijk om tijdens het vrijen altijd een condoom te gebruiken (zowel bij vaginale als anale seks). Ook zonder klaar te komen kan hiv worden overgedragen. Indien je al een andere seksueel overdraagbare aandoening hebt, kun je vatbaarder zijn voor hiv.
- door inspuitingen met gebruikte naalden of spuiten. In gebruikte naalden kunnen bloedresten achterblijven. Wanneer druggebruiken naalden en spuiten delen, kunnen ze HIV oplopen door de achtergebleven geïnfecteerde bloedresten bij zichzelf in te spuiten. Het risico op besmetting is hier immens hoog doordat het geïnfecteerde bloed rechtstreeks in de ader terecht komt. Bij het per ongeluk prikken aan een gebruikte naald is het risico lager.
- van moeder op kind. Een HIV-positieve moeder kan tijdens de zwangerschap of de bevalling HIV overdragen op de baby. Ook via borstvoeding kan de baby HIV krijgen. De kans op HIV-overdracht is kleiner dan 1% wanneer de moeder tijdens de zwangerschap HIV-remmers krijgt en geen borstvoeding geeft.
- door een bloedtransfusie. In België is de kans om HIV te krijgen via een bloedtransfusie vrijwel uitgesloten. Alle bloeddonaties worden gecontroleerd in België. Hetzelfde geld voor andere Europese landen en de Verenigde Staten. In ontwikkelingslanden wordt het bloed niet altijd gecontroleerd.
- door prik-, snij- en spatongelukken. Deze vormen van besmetting komen zeer weinig voor. HIV kan slechts enkele minuten overleven buiten het lichaam en bij een ongeluk prikt iemand zich meestal niet in een ader waardoor het virus niet rechtstreeks in de bloedbaan komt. Na een ongeluk kan je een tijdje geneesmiddelen gebruiken om infectie te voorkomen.
Lees meer
Lees minder
Wat kan ik er zelf aan doen?
- Scheermesjes, tandenborstels, tandenstokers en flosdraad worden beter niet gedeeld.
- Gooi gebruikte injectienaalden meteen in een naaldcontainer (te verkrijgen in de apotheek).
- Draag zeker handschoenen bij de verzorging van een bloedende wonde bij een seropositief persoon. Raadpleeg indien nodig een arts.
- HIV kan niet worden overgedragen door elkaar te kussen of te strelen.
- Indien je je vragen stelt over seksualiteit, kan je hiervoor professionele hulp inroepen van een erkende seksuoloog.
- Verwittig je sekspartner en vorige sekspartners zodat ze zich kunnen laten testen. Bespreek dit met een arts, indien je dit liever niet zelf doet.
- Durf te praten over HIV en aids met vrienden, lotgenoten, artsen, …
- Het is belangrijk om tijdens het vrijen altijd een condoom te gebruiken (zowel bij vaginale als anale seks). Ook zonder klaar te komen kan HIV worden overgedragen.
- Gebruik nooit twee condooms over elkaar. Dat biedt geen extra veiligheid, ze gaan eerder stuk. Wees voorzichtig met tanden, nagels en sieraden om beschadigingen of scheurtjes in condooms te voorkomen.
- Tips bij een risicocontact met een persoon die seropositief is:
- Blijf vooral rustig. Blootstelling betekent niet automatisch besmetting. Er is geen reden tot paniek.
- Laat de prik of snijwonde zachtjes bloeden. Reinig de wonde of de slijmvliezen met stromend water. Ontsmet de wonde en dek af.
- Noteer de details van het risico: wanneer, bij welke activiteit, type ongeval, wondgrootte, naaldgrootte, hoeveelheid bloed, betrokken personen en contacttijd. Op basis van deze informatie maakt de arts een risicoanalyse.
- Contacteer een gespecialiseerde arts om een volledige risico-inschatting te maken binnen 48u na het risicocontact. Dit kan via een aidsreferentiecentrum, verbonden aan een ziekenhuis.
- Een HIV-test wordt afgenomen. Deze wordt 6 weken na het risicocontact herhaald. In afwachting van dit definitieve resultaat is condoomgebruik aangewezen.
- Bij een ernstiger risico kan de arts besluiten om gedurende een maand geneesmiddelen (PEP) in te nemen om de infectie te beperken. Dit dient te worden opgestart binnen 72u na het risicocontact om effectief te kunnen zijn. Het aidsreferentiecentrum zal je doorverwijzen naar de spoeddienst van een aangesloten ziekenhuis.
- Doe aangifte van elke beroepsblootstelling volgens de afspraken binnen je organisatie.
- Een ernstige blootstelling houdt een zeer kleine kans op besmetting in. Je maakt ongetwijfeld een periode van spanning mee. Goede ondersteuning kan je helpen deze periode door te komen. Ook voor personen die in contact komen met seropositieve mensen kunnen nood hebben aan ondersteuning.
- Roken en alcohol worden best vermeden. Af en toe een glas alcohol kan, maar liefst niet elke dag, zeker indien je HIV-remmers inneemt.
- Breng je huisarts ervan op de hoogte dat je seropositief bent. Ook bij hem/haar kan je terecht met vragen. De huisarts kan er dan ook rekening mee houden dat je HIV-remmers neemt, als hij/zij andere medicatie voorschrijft.
Lees meer
Lees minder
Wanneer ga ik best naar de huisarts?
Bij een risicocontact met iemand die seropositief is, dien je binnen 48u na het risicocontact een gespecialiseerde arts te contacteren. Dit kan via een aidsreferentiecentrum, verbonden aan een ziekenhuis.
Indien er nood is aan geneesmiddelen (PEP) om de infectie te beperken, kan dit bij bepaalde spoeddiensten van ziekenhuizen, binnen 72u na het risicocontact. Deze ziekenhuizen zijn verbonden aan het aidsreferentiecentrum.
Wanneer je seropositief bent en vragen hebt of je niet goed voelt, neem je contact op met je arts of je HIV-arts.
Voor een HIV-test kan je bij een huisarts terecht.
Lees meer
Lees minder