INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
Vóór ieder gebruik dient u de vernevelaar en de accessoires te reinigen, zoals beschreven wordt in de paragraaf "Reiniging, desinfectie en sterilisatie". Een persoonlijk gebruik van de vernevelaar en de accessoires is gewenst ter voorkoming van een mogelijk risico op infecties.
1. U steekt het netsnoer (.7.) in de aansluiting (.6.) op de achterzijde van het apparaat en sluit het apparaat vervolgens aan op een stopcontact dat overeenkomt met de spanning van het apparaat.
•U dient vóór het eerste gebruik, en daarna met regelmatige tussenpozen, de voedingskabel van het apparaat na te kijken om er zeker van te zijn dat deze niet beschadigd is. Mocht de kabel beschadigd zijn, steek de stekker dan niet in het stopcontact maar breng het apparaat onmiddellijk naar een bevoegde assistentiedienst of naar uw verkoper.
•Gebruik voor de voedingsspanning nooit andere adapters dan welke aangegeven worden op de onderkant van het apparaat (plaatje met gegevens). Houd de voedingskabel verwijderd van warme oppervlakken.
2. Was zorgvuldig uw handen voordat u begint met de bereiding van de inhalatietherapie.
• Pak de stekker nooit met natte handen vast en gebruik het apparaat nooit wanneer u een bad of douche neemt.
3. Open de verstuiver door het bovenste gedeelte (10c.) tegen de wijzers van de klok in te draaien.
4. Giet het door de arts voorgeschreven geneesmiddel in het onderste gedeelte van de verstuiver (10a.). Sluit de verstuiver door het bovenste gedeelte (10c.) met de wijzers van de klok mee te draaien.
5. Sluit de accessoires aan zoals getoond wordt in het “aansluitschema”.
6. Zet het apparaat aan door op de schakelaar (.5.) te drukken.
•Wanneer kinderen of niet zelfredzame volwassenen het apparaat gebruiken, moet dat altijd gebeuren onder streng toezicht van een volwassene die deze handleiding gelezen heeft.
•Gebruik het apparaat niet in aanwezigheid van narcotica die ontvlambaar zijn in aanraking met lucht, zuurstof of lachgas.
•De luchtopeningen aan beide zijden van het apparaat nooit afsluiten. Zet het apparaat altijd in werking op een hard oppervlak waar geen andere voorwerpen aanwezig zijn. Zorg ervoor dat verbandgaas, haar, en andere dingen de luchtopeningen niet verstoppen. Steek nooit voorwerpen in de luchtopeningen.
7. Na afloop van de behandeling schakelt u het apparaat uit en trekt u de stekker uit het stopcontact.
Na het gebruik altijd onmiddellijk de stekker uit het stopcontact trekken.
8. Indien zich tijdens het gebruik van de vernevelaar een duidelijke vochtopeenhoping in de slang (.8.) voordoet, dan dient u de slang van de vernevelaar los te maken en deze te drogen met de ventilatie van de compressor zelf zelf teneinde van een mogelijk risico op infecties door onderlinge besmetting te beperken.
Reiniging, desinfectie en serilisatie:
Schakel het toestel uit voordat u het gaat reinigen, en trek de stekker uit het stopcontact.
De accessoires
• Reiniging: Reinigen onder stromend drinkwater, met een delicaat (niet schurend) afwasmiddel, of in de vaatwasmachine op’n warm programma, waarvoor u alle delen demonteert. Reinig het sproeistuk (10b.) door het eerst van het bovenste gedeelte (10c.) van de vernevelaar los te maken en het vervolgens te demonteren, zoals Afb. A toont.
• Desinfectie: Ontsmet deze delen (met uitzondering van de verbindingsslang) door gebruik te maken van één van de volgende methoden: a) Onderdompeling in een oplossing van 60% water en 40% witte azijn. Tenslotte afspoelen met overvloedig drinkwater; b) In water koken (gedurende max. 10 minuten) met uitzondering van de slang en het maskertje.
• Sterilisatie: Alle onderdelen koud steriliseren met een chemisch product (op basis van perazijnzuur, volg de instructies van de fabrikant) of (met uitzondering van de slang en het maskertje) 20 minuten in de autoclaaf bij 121°C (1,2 bar) of max. 8 minuten bij 134°C (1,2 bar), terwijl u nauwkeurig de aanwijzingen van de fabrikant van de autoclaaf volgt.
• Drogen: Droog na gebruik de verschillende delen voorzichtig af met een papieren servet of droog ze met warme lucht (haardroger), in een ruimte die niet vochtig is. Monteer het sproeistuk opnieuw en steek het in de vernevelaar zoals het “aansluitschema” toont.
Het wordt aangeraden de vernevelaar bij intensief gebruik om de 6 maanden te vervangen (of eerder, indien de vernevelaar verstopt raakt) om altijd de maximale therapeutische efficiëntie te garanderen.